Alles over aardwarmte

Aardwarmte is

Lokale warmte uit eigen regio

Duurzaam en klaar voor de toekomst

Voor een eerlijke en stabiele prijs

Onafhankelijk van aardgas

Makkelijk en comfortabel

Voor wie is aardwarmte?

Bedrijfsgebouwen, nieuwbouw- en bestaande woningen, kassen, (sport)verenigingen, scholen, hotels en restaurants in de regio kunnen aansluiten. De gemeente onderzoekt in welke wijken aardwarmte als eerst beschikbaar komt. In deze wijken komt een warmtenet, zodat je kunt overstappen op aardwarmte.

Aardwarmte vervangt de cv-ketel en het gebruik van aardgas.

Wat is aardwarmte en hoe werkt het?

Op zo’n 2 kilometer diepte zit warm water in de bodem. Dat warme water wordt naar boven gepompt en verwarmt -via een warmtewisselaar- water in het warmtenet. Daarna wordt het water via een andere put terug gepompt naar dezelfde diepte in de bodem.  Hier warmt het water opnieuw op. Een onuitputtelijke bron van warmte dus.

Hoe dieper het water in de bodem zit, hoe warmer het water is. De temperatuur van het water en de hoeveelheid water die wordt opgepompt bepaalt hoeveel bedrijven en woonwijken verwarmd kunnen worden.

Voorbeeld aardwarmtebron

Hoe ziet een aardwarmtebron er uit?

Een aardwarmtebron is ongeveer zo groot als een voetbalveld. Een aardwarmtebron bestaat uit een terrein met twee putten. In één put wordt warm water van 2 kilometer diepte uit de bodem opgepompt. En in één put wordt het afgekoelde water weer terug naar 2 kilometer diepte gepompt.

Het warme water uit de bodem gaat door een leiding naar een gebouw waar de warmte via een warmtewisselaar wordt overgedragen op het warmtenet. 

Op de locatie komt ook een buffervat waar warm water uit het warmtenet wordt opgeslagen. Een soort van grote thermoskan.

De aanleg van een aardwarmtebron en het warmtenet

De aanleg van een aardwarmtebron duurt ongeveer 3 tot 6 maanden. Allereerst wordt de locatie klaar gemaakt voor de aanleg. Vervolgens worden twee putten geboord tot aan de aardlaag op 2 kilometer diepte waar het warmte water in de bodem zit.  

De twee putten worden voorzien van buizen waardoor het warme water naar boven wordt gepompt en afgekoeld weer terug naar dezelfde aardlaag gaat. Vervolgens wordt het gebouw met de warmtewisselaar en de aansluiting op het warmtenet gebouwd.

Het warmtenet wordt aangelegd door twee geïsoleerde leidingen op ongeveer 1 meter diepte in de bodem aan te leggen. Door de ene leiding stroom warm water vanaf de aardwarmtebron naar bedrijven en woonwijken en door de andere leiding stroomt afgekoeld water terug naar de warmtewisselaar bij de aardwarmtebron. 

Meer weten?

Wil je meer weten over aardwarmte in de regio Rijnland? Lees alles over wat aardwarmte Rijnland voor jou kan betekenen, het stappenplan en de initiatiefnemers.